16. Trespassers W presenteert: Het Heilige – Ontluisterde Tijd, Trespassers W archiefreeks # 1 (TW 1031)

Het Heilige - Ontluisterde Tijd, Trespassers W archiefreeks # 1
cover

Vijf hoofdstukken over het Heilige naar aanleiding van de gelijknamige radioserie uit 1994.
Samenstelling, redactie en inleiding: Cor Gout
Eindredactie: Marc Hurkmans
Wetenschappelijke redactie en nawoord: Piet Molendijk
Adviezen: Laurens ten Kate, Heleen Rippen
Boekontwerp: Katja Vercouteren
Druk: Raddraaier
Faciliteiten: IKON-radio
Op de binnenzijde van de pagina’s: zwartwit copieën verzameling 2003 door Katja Vercouteren
Prijs: € 17,50 + p&p/verzendkosten)

Voorbij het heilige?

Wonderlijk, hoe een serie radioprogramma’s uitgezonden in 1994, anno 2007 zo’n actualiteit blijkt te hebben verkregen. Eerder dan vast te stellen dat de kunstenaars, filosofen, wetenschappers en schrijvers die aan het IKON-programma ‘Ontluisterde tijd’ hebben meegewerkt met vooruitziende blik spraken, hebben gebeurtenissen in de sindsdien verlopen jaren hun woorden bevestigd. En daardoor winnen de verhalen en analyses van toen aan kracht. Een hele korte begripsgeschiedenis ter illustratie.
In zijn baanbrekende studie Das Heilige uit 1917 heeft Rudolf Otto laten zien dat de ontzetting die de mens ooit heeft gevoeld in de afgrondelijke ervaring van zijn totale afhankelijkheid tegelijk zijn geboorte was. Veel later nam deze angst, hoe huiveringwekkend ook, kleur en vorm aan in de in gemeenschap beleden religies.
De collectieve ritualisering van het heilige in de religieuze extase, roes en feesten is met de secularisatie verloren gegaan. Georges Bataille zegt in het begin van de jaren vijftig in de radiotoespraak die de aanleiding voor de IKON-serie vormde: “Ik denk dat het heilige gestorven is aan een te hoge verheffing van de geest, die zelf bestaat uit een onbedwingbare angst voor wat fascinerend en gewelddadig is.” Zonder het bindend element van de religie en geruggensteund door een verlicht denken meent het individu het onbedwingbare te kunnen bedwingen. Maar juist omdat het niet langer erkend wordt, oefent dit onbedwingbare volgens Bataille zijn ontluisterende kracht uit.

Klinken deze woorden uit een reeds lang verdwenen Parijse studio niet gedateerd? Zijn we in 2007 niet voorbij aan elke negatieve reminiscentie aan de religie? Hoewel in vergelijking met 1994 de religie onmiskenbaar is teruggekeerd in het publieke domein is het de vraag of daarmee ook het heilige opnieuw als religieus, en dat wil zeggen als collectief en geritualiseerd fenomeen, ervaren kan worden. Met Bataille kunnen we vermoeden dat de gewelddadige conflicten die op het eerste gezicht een religieuze of ideologische oorsprong lijken te hebben eerder van de onmogelijke verdringing van het heilige getuigen. Want waar ligt de grens tussen geïntendeerd en gemotiveerd geweld en gratuit geweld? Wijzen de extreme gewelddadigheid en de onmogelijkheid het geweld te beheersen niet op spookachtige wijze uit naar geweld dat doel op zichzelf is geworden? Een huiveringwekkende kracht, die ondanks elke intentie alles en iedereen meesleept.
En doortrekt de huiver, minder gewelddadig, ook niet ons dagelijkse bestaan? Getuigen daar niet juist de pogingen van om haar onschadelijk te maken door haar op te nemen in de media en koopkrachtplaatjes? Wordt niet op steeds krampachtiger wijze gepoogd elk besef afhankelijk te zijn verdrongen? Maar op welke wijze er ook wordt ingepakt en afgezwakt, ons lichaam roept de huiver steeds weer op. Zo heeft de in 1994 gesignaleerde lichaamscultus zich virtueel uitgebreid. Het verlangende lichaam wordt nu panisch gevormd naar het gefotoshopte beeld ervan, terwijl die paniek zich uit in eetstoornissen en depressies, en in de cultus van het designlichaam die nu ook borstimplantaten voor mannen aanbiedt. Voortgedreven door de dwang om steeds amechtiger te consumeren willen we vergeten dat juist in die jachtigheid zich de ontzetting en de angst toont. Toch, als als we goed luisteren horen we op de radio de zwakke stem van Bataille: “wanneer wij de zin voor het heilige niet meer bezitten, dan is dat doordat we bang zijn. We zoeken niet langer geestdrift of roes, maar zekerheid en gemak. Eigenlijk zouden we willen leven alsof de dood al niet meer bestond.”

Piet Molendijk